Visualiseren

Die lente die zich een paar weken geleden aandiende met temperaturen rond de 20 graden en zomers aanvoelende zwoele briesje, is de afgelopen weken met bakken vol in het water gevallen. Die schattige roze bloesempjes die aan de bomen mooi aan het wezen waren, liggen nu – met modder besmeurd – verstrooid over tuin en straat.

Bijna twee weken onafgebroken regen, maar gelukkig is daar dan eindelijk weer de zon. Waardoor al het frisse groen groener lijkt en ik de omgeving weer op normale (briljante) waarde kan schatten.

Mijn vader keek vroeger tig keer per dag op teletekst om de weersverwachtingen te checken. Dat vond ik wat overdreven. Ik check nu twintig keer per dag mijn drie verschillende weerapps plus wat aanvullende websites om de weersontwikkeling nauwgezet te volgen. Vooral de windwaarden hebben mijn onverdeelde aandacht. Sinds we hier in dit huis wonen, heb ik een windkrachtobsessie ontwikkeld. Als het hier hard waait, voelt het namelijk meteen levensbedreigend. Het kraakt van alle kanten, de luiken klappen. Het plastic waarmee Pim het krakkemikkige kozijn – hoog en onbereikbaar in het trapgat – heeft vastgezet, klappert onheilspellend tegen de ruiten.

wind

“Nee, dat raam valt er echt niet zomaar uit. Wat je doet als het wel gebeurt en ik ben er niet? (het stormt altijd als Pim er níet is). Dan leg je gewoon een handdoek op de trap en dan zorg je dat jullie schoenen of pantoffels boven hebben, zodat je niet met blote voeten door dat glas heen naar beneden hoeft …en dan waait en regent het maar even naar binnen, want daar kun je niet zomaar bij”. Ja, inderdaad, waar maak ik me druk om, dit klinkt ontzettend logisch en geruststellend. Ik zie het al helemaal voor me. Uiteraard vergeet ik de zaklampen niet, want als het écht hard waait is er ook een kans van 9 op 10 dat de elektriciteit uitvalt, aangezien er om de haverklap bomen op die schattige petieterige kabeltjes vallen.

Het waait zelfs ook – en best hard – in de ‘gîte’. Helaas, voordat je gaat fantaseren. Dat is geen gratis vakantieverblijf voor allerlei ‘nieuwe vrienden’ die opeens ‘gezellig langs willen komen’ (en dat vervolgens gelukkig laten als ze er achter komen waar die Gers in ’s hemelsnaam ligt). De gîte is een grote, rommelige opslagruimte aan de west(=wind)kant van het huis. Die in potentie wel woon- en verhuurpotentie heeft. Dat wil zeggen als we er ooit (als in ‘als we de loterij winnen’) een appartement annex ‘suite parentale avec en suite’ van maken. Ondertussen heet dat, door gereedschap, apparatuur, verhuisdozen en muizen bewoonde tochtgat, voor het gemak wel alvast ‘de gîte’. Door mijn oogharen heen, zie ik die inloopdouche, dat kleine maar fijne keukenblok en die openslaande deuren naar dat mooie terras.

20200308_135456_resizedNet zoals de moestuin in wording ook al moestuin heet. Een stuk grond met veel onkruid en lastige klei, dat nog voor de helft moet worden omgespit (en niet zomaar een beetje oppervlakkig fröbelen met een schepje, maar echt diep, de onderste klei moet boven). Waarna ik het op goed advies ook nog eens moet gaan bepaardenmesten, dan heuvels bouwen, waarna het (plant-nog lang geen oogst)feest dan eindelijk kan beginnen. Ik heb net weer een stuk gedaan, want voordeel van kleddernatte klei, is dat ie wat minder kneiterhard is. En er alvast – dat schijn ook goed te zijn – wat emmers as op uitgestrooid.

Visualiseren, dingen voor je zien die er (nog) niet zijn. Dingen benoemen, een naam geven die vooral de potentiele lading dekt. De lading die er alleen nog maar even ‘uit’ hoeft te komen. Dramadenken als je de verkeerde kant op redeneert. Wensdenken als je de goeie kant op kijkt. In dit geval op kleine, overzichtelijke schaal, in en om huis. Concrete verbeterdingen die, mits de middelen voorhanden zijn, relatief makkelijk te realiseren zijn.

Of het echt gaat gebeuren is een kwestie van keuze, prioriteit, focus. In praktijk veranderen onze prioriteiten nogal vaak. Bijvoorbeeld afhankelijk van het weer (ja altijd weer dat weer).

Als het mooi weer is, kan die binnenboel schilderen me gestolen worden. Kan die badkamer mét afzichtelijke kleurencombi’s en helaas nog steeds zónder waterbestendige gipsplaten en dus ook zónder die mooie turquooise tegeltjes (die we al wel via marktplaats op de kop getikt hebben, want het leek even topprioriteit te worden) wachten. Dan zijn we in de tuin bezig, visualiseer ik al houthakselend ons zwembad op de plaats waar nu nog een grote kuil vol stenen verbouwafval ligt. Zie ik viooltjes plantend die versgeschilderde luiken. Dan weer licht grijsgroen, dan weer Baskisch donkergroen, dan weer dennenboomblauwgroen, dan vooruit, toch ook een keer ‘Provençaals’ blauw omdat iedereen er over door blijft zeuren, want “dat is zo romantisch, zo mooooooi!!”. Dan ken je me dus nog niet, hoe harder je mij probeert te overtuigen, hoe meer ik m’n hakken in die dikke, vette klei zet. Muurvast. Nee, we zíjn hier helemaal niet in de Provence, dat past hier niet, zíe dat dan! Wat het dan wel wordt, zien we dan wel weer.

Als het k-weer is, ben ik weer binnen. Als een debieltje de overloop aan het schilderen of als een wichelroedelaar langs gieren en kieren aan het lopen om vermeende tochtgaten te detecteren en te dichten. Sinds ik mijn angst voor stanleymessen heb overwonnen, snijd ik graag door van dat hele dikke isolatiemateriaal heen, dat vind ik in de woorden van Carlijn heel erg ‘satisfying’. Kalk ik verf op van die ouderwetse nachtkastjes die we voor 10 euro per stuk op de kop hebben getikt. Dat is très ‘shabby chic’. Ik citeer: “shabby chic is een soort interieurdesign waarin de meubels en aankleding als decoratieve voorwerpen worden gebruikt door hun ouderdom en een hint van slijtage.” Een ‘hint van slijtage’, mooi omschreven, daar kan ik me volledig mee identificeren.

Yep, mijn aandacht verschuift nog al eens. Gelukkig kan ik ‘m af en toe wel ff vastzetten om daadwerkelijk iets uit m’n handen te krijgen. Maar dat loopt niet volgens de diverse to-do lijstjes (incl. planning en prio’s) die we al geschreven hebben. Toch hou ik van die lijstjes. Alleen al het opschrijven geeft me houvast, overzicht. Rust.

Ik heb ze ook voor de hele trits aan irritante edoch noodzakelijke regelklusjes. Ik ervaar dat de meeste clichés kloppen, zo ook deze. Bureaucratie laten floreren, daar is Frankrijk echt kampioen in, dingen ingewikkelder en oneindig veel complexer maken dan noodzakelijk. Dus is iedereen hier heel veel tijd kwijt aan zaken die – wederom in potentie – heel simpel zijn. Zoals het aanvragen van kinderbijslag. Ik ben nu echt letterlijk 20 documenten verder (van Nldse belastingaangifte 2017, tot inschrijving bij de Franse KvK tot uiteraard onze carte vitale alsmede onze aanvullende ziektekostenverzekering..wtf hebben zij daar mee te maken?!) Ze hebben beloofd – ik bel nog al eens, soms krijg ik ze te pakken – dat ze binnen 5 weken laten weten hoe het er mee staat. Ofwel, ik voel het aan m’n eau, dat ze me over een maand of 3 laten weten welke documenten ze nog missen, alvorens – ergens in de verre toekomst- een beslissing te kunnen nemen.

Ook zo’n administratief proces zie ik dan helaas haarscherp voor me, ik dramadenk per ongeluk. Zalen vol, lange tafels rij aan rij, met mensen die oneindig veel megadossiers in slakkengang verplaatsen. Om 12 uur gaat de bel, iedereen laat alles stantepede uit z’n klauwtjes vallen en de hele boel verplaatst zich naar het restaurant om de hoek. Ja, doe toch maar een wijntje, waarom ook niet, dat spoelt die canard wel lekker weg en lijkt me sowieso goed in het kader van, …ja van alles eigenlijk, zowel preventief als curatief. Om 14 uur zit iedereen weer braaf achter z’n bureau, maar aangezien het altijd 24 graden is in het gemiddelde Franse kantoorgebouw en aangezien de buiken vol zijn en het hoofd wat zwaar, is de actiebereidheid minder. We leggen onze knappe koppen even te rusten op onze armen, bovenop die lekkere dikke zachte dossiers. We zijn allemaal wel heel hard aan het nadenken hoor, maar dat doe je nu eenmaal het beste met de ogen dicht. “Weet je wat, laten we de telefoons van de klantenservice ook maar even uitzetten, want daar schrik ik heel de tijd van wakker, ik bedoel, daardoor kan ik me niet zo goed concentreren, heb jij ook toch?!” ..“Ooh jee tis alweer 16 uur. Pfff ik moet even naar de WC. Zo, dat lucht op. Koffie dan maar?”

Ja, dat visualiseren. Zolang het de goeie kant op gaat, dingen er beter, mooier, leuker uit gaan zien, is er niks aan de hand. Geeft het niks als je aandacht daar even blijft hangen….dream on, laat maar waaien, laat maar gaan. Maar pas op, soms gaan je gedachten dus opeens, zonder dat je er iets aan kan doen, in een richting die je níet wilt. Word je onverwacht getriggerd. Kijk je naar taferelen die je niet wilt zien. Hoe hard je ook wilt wegkijken, je aandacht wilt verleggen, het lukt je niet. Je zit in een vicieuze cirkel.

blauwbloedDan probeer ik uit alle macht om NIET te visualiseren. Maar juist omdat je heel hard bezig bent om ergens níet aan te denken, denk je aan  niks anders. Mislukken afleidmanoeuvres  jammerlijk en ben je voor je het weet in een of ander nachtmerrie scenario belandt. Daarom vermijd ik brainstormsessies over ‘vitaal ouder worden’ (bejaardenseks), het gezelschap van veganisten (plofkippen en volgepropte varkensstallen) en programma’s als ‘Blauw bloed’. Ik adviseer je met klem, doe het hetzelfde. Mijdt het. Zapp weg. Willem Alexander op de pot. Daar wil je je geen voorstelling van maken.

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit:
search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close